
Wat is trauma?
In het leven kunnen schokkende of overweldigende gebeurtenissen plaatsvinden die we op dat moment niet kunnen verwerken. Of zo’n ervaring een blijvend trauma wordt, hangt af van individuele factoren en de reactie van de omgeving. Ook persoonlijke omstandigheden spelen een rol. Voor kinderen kunnen ervaringen traumatisch zijn die voor volwassenen minder impact hebben. Mensen met een stevige basis verdragen meer dan mensen die al veel hebben meegemaakt of onveilig gehecht zijn.

Wat is het effect?
Een trauma tast het gevoel van veiligheid aan en veroorzaakt innerlijke fragmentatie. Dit leidt tot emotionele splitsing tussen lichaam en geest, emoties en handelingen. Dit proces zit niet alleen ‘tussen de oren’, maar is diep verankerd in ons zenuwstelsel. Overweldigende emoties worden afgesplitst en in gefragmenteerde vorm opgeslagen, alsof er kortsluiting optreedt. Energie zoals woede en angst blijft in het lichaam vastzitten, omdat uiting ervan de situatie zou kunnen verergeren. Het lichaamsgeheugen bewaart deze herinneringen en slaat spanning, woede, angst en verdriet op als verborgen ladingen. Hoe langer deze gevoelens worden onderdrukt, hoe sterker beschermende structuren eromheen ontstaan. Externe triggers kunnen deze emoties echter makkelijk activeren. Op termijn kan dit leiden tot posttraumatische stress met symptomen die lichaam, gedrag, emoties en psyche beïnvloeden. Deze symptomen hebben impact op waarnemingen, welzijn en relaties.
Systemische achtergrond
Bij trauma-gerelateerde problemen spelen vaak onderliggende dynamieken mee. Als ouders hun eigen trauma’s niet hebben verwerkt, kunnen kinderen getraumatiseerd raken door emotionele splitsing en symptomen van hun ouders. Hierdoor kunnen trauma’s door generaties heen worden doorgegeven. Kinderen nemen de traumagevoelens van hun ouders over en ontwikkelen copingmechanismen die invloed hebben op hun identiteit, eigenwaarde en autonomie. Onverwerkt trauma heeft een grote impact op vertrouwen, veiligheid en het vermogen om steun en intimiteit te ervaren. Dit beïnvloedt relaties met partners, kinderen, collega’s en vrienden.
Verwerking
Klachten verdwijnen pas als de oorzaak wordt begrepen en traumagevoelens worden erkend. Belangrijke kernwoorden in traumaverwerking zijn: rust, verdieping, vertraging, respect, belichaming en vertrouwen. In de verwerking wordt gekeken naar fragmentatie, emoties, overtuigingen, identiteit, lichaam, hechting en systemische invloeden. Hoe heb je overleefd? Welke maskers heb je gevormd? Kun je onderscheid maken tussen het overlevingsdeel, traumadelen en gezonde delen? Vanuit volwassen bewustzijn leer je trauma onder ogen te zien. Symptomen wijzen op stagnaties en het gewonde zelf. Het bestrijden van symptomen wist die sporen uit; trauma-energie kan dan elders weer opduiken.
Hechting als bron
Gevoeligheid voor trauma hangt vaak samen met hechting in de eerste levensjaren. Veilige hechting maakt mensen weerbaarder tegen ernstige gebeurtenissen. Bij onveilige of ambivalente hechting kan trauma echter een diepere impact hebben.
Ouders die zelf trauma’s niet hebben verwerkt, kunnen moeite hebben hun kinderen een veilige hechting te bieden. Trauma uit zich vaak via stressreacties zoals onrust, verdoving of bevriezing. Onverwerkt trauma leidt tot langdurige verstoringen in identiteit, eigenwaarde en veerkracht. Het beïnvloedt gevoelens, gedachten en gedrag, waardoor het moeilijker wordt steun en veiligheid te ervaren en te bieden.
Heb ik dan een trauma?
Veel mensen associëren trauma met ernstige ongelukken, rampen of oorlogservaringen. Vivian Broughton omschrijft in haar boek ‘Stilstaan bij Trauma’ vier kernwoorden die trauma definiëren: Overweldigend, Hulpeloosheid, Levensbedreiging en Fragmentatie. In de praktijk blijkt het vaak bevrijdend om ervaringen die lang niet konden worden geplaatst eindelijk te erkennen en herkennen als trauma. Dit kan een belangrijke stap zijn in het helingsproces.